Gérard Jans is een oud soldaat-milicien van de klasse 1939. In “Le Coin des Anciens”, een kroniek van de ouderen aan het Fort Eben-Emael, beschrijft hij het dagelijkse leven voor de inname van het fort in 1940. In één van de anekdotes, legt hij de werking uit van de soldij van een soldaat en de regelmatige uitgaven die hiervan het gevolg waren.
“Door die moeilijke tijden die we toen gekend hebben, was de dienstplicht zeventien maanden. Tijdens de eerste twaalf dienstmaanden, bedroeg de soldij van een soldaat-milicien 0,30 frank per dag. Ja, je leest het goed: 30 centiemen per dag. De brigadier-milicien kreeg 0,60 frank per dag uit te keren op het einde van de maand. Deze soldij werd naar 1 frank per dag opgetrokken bij de mobilisatie. Wanneer de milicien met verlof ging, werd zijn soldij met 0,30 frank (of 1 frank) verminderd voor het aantal dagen afwezigheid in het garnizoen. Vanaf de dertiende dienstmaand, ontvingen de families 500 frank per maand. Het was dan aan de milicien om de begunstigde aan te duiden voor deze maandelijkse uitkering. Sommige miliciens zonder familie hadden dan maar hun soldij om een taartje te kopen, of een biertje in de kantine of ook nog een pakje sigaretten.
Ik herinner me nog bepaalde prijzen die toen toegepast werden in de kantine. Een klein rijsttaartje kostte 0,60 frank, een glas bier 0,75 frank. Soldaat D… had geen familie, hij kreeg van niemand iets: geld lenen onder soldaten was door het reglement verboden. Hij was veroordeeld om nooit het kwartier te verlaten, bij gebrek aan middelen. Negen frank per maand, daar loop je niet ver mee! Hij kon zich geen uitstap naar Kanne veroorloven, of een betere maaltijd dan in het fort, in een restaurant van het dorp.”
Heb je informatie over gebeurtenissen die je familie beleefd heeft in één van de twee grote wereldconflicten? Met het brengen van je getuigenis, vul je onze rubriek “het voorbeeld van onze helden volgen” nog meer aan.