Voor de inname in 1940, was Eben-Emael een woon- en opleidingsplaats voor beroepssoldaten en dienstplichtigen. Gérard Jans is een vroegere Belgische soldaat-milicien van de klasse 1939. Hij vertelt in meerdere nummers van “Coin des anciens”, een verhaalkrant van veteranen van dit garnizoen, over het dagelijkse leven van een soldaat in het fort. Tussen de goede en de slechte momenten door, beschrijft hij op humoristische toon een nogal originele anekdote…
“Ik herinner me een weinig smakelijke anekdote, maar ik kan het genoegen niet weerstaan jullie dit te vertellen. Dus, bij onze aankomst te Wonk, werd ik met mijn groep aangeduid om te logeren in de patronaatszaal. Om naar het toilet te gaan, moest je buiten gaan op een soort kleine koer. Op deze koer bevond zich de enige en unieke WC voor een zestigtal mannen. Wanneer men de deur opende, zag men een plank met een gat erin en daardoor zag men de beerput. Na 4 of 5 dagen intensief gebruik (je kan je natuurlijke behoeften niet uitschakelen, zelfs niet tijdens een mobilisatie) hadden wij de put gevuld tot over de plank, tot grote ergernis van de priester die in het aangrenzende huis woonde. Deze W.C. werd veroordeeld en onze oversten deden ons veldlatrines graven in de tuin, maar de plaats was slecht gekozen, want vanuit de keuken kon de dienstbode van de priester de mannen zien die hun broek lieten zakken.”
Heb je informatie over gebeurtenissen die je familie beleefd heeft in één van de twee grote wereldconflicten? Met het brengen van je getuigenis, vul je onze rubriek “het voorbeeld van onze helden volgen” nog meer aan.