Vijf jaren van oorlog hebben Europa verscheurd. Burgers en militaire zijn op het einde van hun krachten. Sedert de ontscheping in Normandië, juni 44, heeft de opéénvolgende bevrijdingen van steden en dorpen in Frankrijk, België en Luxemburg vreugde en hoop op vrede gebracht. Het nazi Duitsland wordt naar haar laatste verschansingen teruggedreven. Tegen Kerstmis, iedereen is ervan overtuigd, zal men verlost zijn van de wrede oorlog.
Maar dit is buiten de woede van Hitler gerekend, die nog in zijn overwinning wil geloven en in een ommekeer van het verloop van de oorlog. Geen enkele Duitse officier op het strijdveld gelooft in het slagen van zijn laatste plan. Op 16 december 44 om 5.30u, lanceert hij een offensief op een front van 125 km, van Montjoie tot Echternach, in België en het Groot Hertogdom Luxemburg, door Ardense steden, dorpen en bossen.
Zijn laatste plan “Wacht aan de Rijn” ( Wacht am Rhein) dat “Herfstnevel” (Herbstnebel) zal worden heeft als doel de inname van Antwerpen, een plaats van levensbelang voor de geallieerden. Het gaat hier inderdaad om hun bevoorradingshaven. Indien Hitler slaat in zijn opzet, zouden de Geallieerden in twee gesneden zijn. En zo begint, tot ieders verbazing, de Slag om de Ardennen, die de Amerikanen de “Battle of the Bulge” noemen.
Het geallieerde tegenoffensief wordt gelanceerd op 3 januari 1945. Op het einde van de maand, na bittere gevechten, en soms bloedbaden, is de ultieme pokerzet van Hitler een mislukking. De balans aan slachtoffers is catastrofaal, zowel burgers als soldaten van beide kampen. De Geallieerden zetten hun vooruitgang verder tot in Duitsland. Eens de gevechten beëindigd zijn, zullen vele organismen een vernietigde bevolking ter hulp moeten komen op alle vlakken. De heropbouw van de Ardennen gaat jaren duren, sommige ruïnes zullen nog altijd zichtbaar zijn in de jaren 60.