Het Verdrag van Versailles werd ondertekend in de nasleep van de Wapenstilstand. Dit Verdrag bepaalde dat de Duitsers de vernielingen van de oorlog moesten betalen (in geld en steenkool) evenals het leed toegebracht aan de Franse en Belgische burgerbevolking. Het Verdrag voorzag ook in een bezetting door de Franse, Britse, Amerikaanse en Belgische strijdkrachten van het Duitse grondgebied op de linkeroever van de Rijn en een deel van de rechteroever. De Fransen kregen het meest uitgestrekte bezettingsgebied toegewezen. Dit groeide nog wat aan na de terugtrekking van de Amerikaanse soldaten. Het Franse Rijnleger ontstond in oktober 1919 en telde 100 000 manschappen in Rijnland en tot 210 000 tijdens de eerste bezetting van het Ruhrgebied. Wat de Belgen betreft, zij bezetten de zone tussen Düsseldorf en de Nederlandse grens en zij zijn de eersten die volledig vergoed werden, wat bijgedragen heeft tot de snelle heropbouw van het land…
De zware sancties die Duitsland opgelegd werden, zorgden ervoor dat het land in een politieke en economische crisis terecht kwam zoals nooit voorheen. Het Duitse volk verteerde de vernedering niet en wenste zo spoedig mogelijk hun eer te herstellen in de volgende decennia. De opkomst van het fascisme in Duitsland in de jaren 30 wordt in grote mate gekoppeld aan dit verdrag en aan de wrok die het veroorzaakte bij het Duitse volk. Vanaf het begin van zijn snel stijgende politieke carrière, verzette Hitler zich tegen dit Verdrag en, wanneer in 1933, de nazi’s aan de macht kwamen in Duitsland, verwierpen zij elk voorstel tot terugbetaling van de herstellingen. De gevolgen van het Verdrag van Versailles zouden eveneens zichtbaar zijn in Italië en Oostenrijk. De beloftes gemaakt aan de Italianen en de Oostenrijkers over de herschikking van het grondgebied en “hun vrijheid voor zelfbeschikking” werden niet gerespecteerd, wat bijgevolg verklaart waarom deze landen zich aansloten bij de As-landen (Duitsland – Italië – Japan) in 1939.